De afschaffing van de terugdraaiende teller leek een ramp voor eigenaars van zonnepanelen in combinatie met een warmtepomp. Maar dat hoeft niet het geval te zijn. De huidige generatie slimme warmtepompen laten namelijk toe om beter in te spelen op de stroomproductie van de zonnepanelen en je eigenverbruik te optimaliseren.
Het pre-zonnepanelen tijdperk
Voor de komst van de zonnepanelen was de werking van het stroomnet eigenlijk vrij eenvoudig. Stroomproducenten (bv. Electrabel) gebruiken netbeheerders zoals Elia (hoogspanningsnet) en Fluvius om stroom naar de eindgebruikers te brengen.
Als eindgebruiker kreeg je elke maand een factuur met het verbruik, de distributiekosten en 21% btw.
Belangrijk om te weten; de distributiekosten waren afhankelijk van je verbruik. Grootverbruikers betalen dus meer. Logisch, toch?
Het probleem van de zonnepanelen
Zonnepanelen maken heel dit verhaal complexer. De eindverbruiker werd plots ook producent. De stroom gaat dus in twee richtingen; van het net naar de woning, en omgekeerd wanneer de zonnepanelen een overschot produceren.
Dit heeft enkele moeilijkheden met zich meegebracht. Eerst en vooral was de infrastructuur van de netbeheerders hier niet op voorzien. Er zijn dus kostelijke aanpassingen nodig.
Daarnaast verbruiken de eigenaars van zonnepanelen op jaarbasis amper of geen elektriciteit van het stroomnet. De aangerekende distributiekosten daalden dus ook. Nochtans maakt de eindverbruiker wel degelijk gebruik van het net.
De stijgende investeringskosten om het tweerichtingsverkeer te faciliteren en de verminderde inkomsten op distributiekosten voor de eigenaars zonnepanelen heeft een onaangename gevolg: mensen zonder zonnepanelen zien hun stroomfactuur stijgen.
Steunmechanisme
Samen met de komst van de zonnepanelen heeft de Vlaamse overheid een steunmechanisme uitgewerkt (de groenestroomcertificaten) om de hoge investeringskost van de zonnepanelen mee te helpen dragen. Een goed idee. Maar ze werden te lang aangehouden, waardoor de prijs van zonnepanelen kunstmatig hoog bleef.
Een ander probleem is dat men ongestoord een installatie tot 10 kWh mocht plaatsen met bijhorende groenestroomcertificaten. Er zijn dus heel wat installaties die veel meer produceren dan men verbruikt. Dat is een ramp voor distributiemaatschappijen, omdat ze met al deze stroom vaak geen blijf weten.
Het prosumententarief
Sinds 2015, een klein jaar na het wegvallen van de groenestroomcertificaten, krijgen alle eigenaars van zonnepanelen een jaarlijkse factuur voor het gebruik van het distributienet: het prosumententarief.
Dit tarief is afhankelijk van het omvormervermogen. Overschot produceren is dus niet meer rendabel.
Dit leidde tot een serieuze terugval in de zonnepaneelmarkt. Tegelijkertijd daalde de prijs van zonnepanelen van zo’n 5 euro/Wp naar 1,5 euro/Wp.
De lagere investeringskost in combinatie met een verstrenging van de (ver)bouweisen doet de verkoop gelukkig terug heropleven. In 2019 ligt er op de Vlaamse daken een totaalvermogen dat vergelijkbaar is met een kerncentrale. Van zodra de zon schijnt is dit gigantisch vermogen dus ter beschikking op het distributienet. Dat is niet enkel een probleem voor de netbeheerders maar ook voor de stroomproducenten.
De digitale meter
Het prosumententarief heeft één groot nadeel. Ongeacht je als eindverbruiker met zonnepanelen efficiënt en rationeel omgaat met je zelfgeproduceerde energie of niet; het tarief blijft hetzelfde.
Daarom rolt de netbeheerder in 2019 de digitale meter uit. Die kan de in- en output op het net controleren.
Voor gezinnen die voor 1 januari 2021 zonnepanelen plaatsten zijn er twee mogelijkheden:
- Gedurende 15 jaar een digitale meter met het prosumententarief gebruiken
- De nieuwe digitale meter het werkelijke netgebruik laten registreren
Tegen de eerste optie heeft de VREG een vernietigingsberoep ingediend bij het grondwettelijk hof. De kans is groot dat iedereen in de ‘nieuwe’ regeling valt waarbij men het werkelijke netgebruik aanrekent.
Je zelfverbruik optimaliseren
Heb je zonnepanelen? Dan doe je er goed aan om je zelfverbruik te optimaliseren. Dat wil zeggen dat je pieken in de opbrengsten van je zonnepanelen laat samenvallen met pieken in je stroomverbruik. Energie bufferen in een batterij of buffervat is ook een mogelijkheid.
Meer zelfverbruik met slimme warmtepompen
Gelukkig kunnen de nieuwste warmtepompen je verbruik aanpassen. Produceren je zonnepanelen meer dan je verbruikt, dan krijgt de warmtepomp een signaal om extra warmte te produceren en te bufferen. Deze warmte-energie dient om periodes te overbruggen wanneer de zonnepanelen geen stroom produceren of wanneer het elektriciteitstarief hoog is. Het bufferen van warmte kan door de temperatuur te verhogen in de boiler voor sanitair warmwater of in het buffervat voor de verwarming van de woning.
Modulatie en het capaciteitstarief
Een moderne, modulerende warmtepomp is ook interessant voor het nieuwe capaciteitstarief. Die berekent de distributienettarieven op basis van je piekverbruik. De modulatietechnologie zal je piekverbruik afvlakken, waardoor je op jaarbasis honderden euro’s kan besparen.